Tweeling François en Thierry Wildbergh

geplaatst op 25 oktober 2025
Tweeling François en Thierry Wildbergh

Fijnlander Leonie ervaart pure nostalgie tijdens een gesprek met twee oud-klasgenoten uit haar Beekvliettijd. Voor het reünistenblad Tempora Nostra, in de eindejaarsuitgave 2025 van Gymnasium Beekvliet, schreef zij over hoe het nu gaat met de tweeling Wildbergh. De legendarische ‘enfants terribles’ van toen. In dit openhartige gesprek kijkt Leonie met hen terug op hun schooljaren én vooruit naar het leven dat zij daarna hebben opgebouwd.

Enfants Terribles

Respectievelijk François – Thierry: de haarlok naar links – de haarlok naar rechts. Getrouwd – volgend jaar in het huwelijksbootje. In de vijfde blijven zitten – de derde nog eens overgedaan. Brede lach boven een kort baardje – brede lach boven een kort baardje. Lid – voorzitter van la Commanderie de Bordeaux. De sport golf – de sport golf. En zie ik ze nu ook in hetzelfde automerk wegrijden na ons gesprek? De tweeling Wildbergh. Als je het mij vraagt de leukste ‘enfants terribles’ van de tachtiger jaren vorige eeuw op Beekvliet. Trouwens, niet de leuksten als je het sommige leraren nog zou kunnen vragen :). Hoe staat het nou met deze twee donderjagers van het eerste uur?

Tweelingding

Thierry, de eerstgeborene, stormt voorop, een stuiterbal, zet de boel in beweging en gaat – als het moet – dwars door muren. Dominanter dan zijn broer, directer. François kijkt, weegt, lacht, haakt in en bouwt rustig door. Zo waren ze als middelbare scholieren, en zo zijn ze eigenlijk nog steeds.

Het zijn twee handen op één buik. “Toch altijd dat wedstrijdje wie de meeste negens had op school,” lachen ze. Een tweelingding, die strijd om wie de beste is, een competitie als brandstof en als bindmiddel. Want als je de beste wilt zijn, sleep je de ander ook mee naar een hoger niveau. En zo halen ze het beste in elkaar naar boven.

‘Beekvliet leerde ons vrij te denken en je eigen mening te uiten’

Op Beekvliet voelden ze zich thuis: intiem, hecht, met leraren en medescholieren die je kende – en die jóu kenden. Ze spreken er nog steeds over met fonkelende ogen. “Iedereen mag weten dat dit het beste gymnasium van Nederland is”, zeggen ze trots. Op de lagere school was er weinig tolerantie en begrip voor het feit dat ze een Franse moeder hadden; dat was op Beekvliet wel anders. Daar troffen ze klasgenoten met wie ze écht konden praten. “We hebben niet op het VWO of op een gymnasium gezeten; we hebben op Béékvliet gezeten”, roepen ze in koor. Wat Beekvliet hen gaf? “Het vrije denken, getriggerd worden om na te denken en in discussie durven te gaan. Je eigen mening vormen en verwoorden. Ook openstaan voor en luisteren naar de argumenten van anderen.”

Thuis werd die scherpslijperij gecultiveerd. Thierry: “We hadden echt wel een hele eigen mening. We werden altijd uitgedaagd om zelf na te denken. Thuis gold: wie onzin verkoopt, wordt finaal afgemaakt en vakkundig door de mangel gehaald. Daar kwam je niet mee weg. Keihard, maar wij vonden dat geen probleem. Saai was het nooit.”

Geen modelleerlingen

Hoe enthousiast over Beekvliet dan ook, de twee waren allerminst modelleerlingen en ze dreven menig leraar soms tot wanhoop. Thierry werd er tijdens zijn allereerste les op Beekvliet, dat was muziek, al bijna uitgestuurd. Hij mocht blijven omdat leraar Wetten nog nooit iemand er de eerste les had uitgezet. Gymleraar Smolders had daar minder moeite mee. Hij wees Thierry tijdens zijn allereerste gymles meteen de deur. De toon was gezet.

Discussie over Franse taal

Ze vertellen smakelijk over leraren die rood konden aanlopen. Over een Duitse klas waarin “Otto! Otto!” (een Duitse komiek, red.) werd gescandeerd. Over de docent Frans met wie het clashte – zij wilde woordjes laten stampen, terwijl de twee stof gaven tot discussie over de Franse taal, hun tweede moedertaal. En ze vonden haar uitspraak maar niks. Dat heeft ze geweten. “En dan Ditvoorst van Latijn en Grieks. Dat was één van de weinigen die ons onder controle kon houden. Hij keek je aan en je werd klein, dan hield je gewoon je mond dicht”, herinneren ze zich. En ook de scherpe opmerkingen die ze terugkregen van leraar Nederlands Princée. Heerlijk vonden ze dat.

Met flair

Zes dagen per week hockeyen, basketballen op school en ‘thuis echt helemáál niks doen’ was geen gouden combinatie voor hoge cijfers. Gevolg: Thierry bleef in de derde zitten, François in de vijfde. En toch: wat ze moesten halen, haalden ze. Soms met twee vingers in de neus, soms met de flair van jongens die wisten dat ze slim genoeg waren om met lesstof en toetsen te jongleren. Precies op het juiste moment net voldoende presteren en je over de rest niet zo druk maken.

Bordeaux-wijn

De Franse lijn loopt als een rode draad door hun leven. Met hun Franse moeder spreken ze nog altijd haar moedertaal; François’ kinderen heten Cédric en Amélie en hij praat consequent Frans tegen zijn tien maanden oude kleindochter Noé. Hun liefde voor de Franse wijn kreeg een officiële status: Thierry is Grand Maître (voorzitter) bij la Commanderie de Bordeaux in Nederland; François is sinds een jaar lid en wordt volgend jaar bestuurslid van deze internationale club van liefhebbers en professionals die de wijnen van Bordeaux over de hele wereld promoten. Waarvan trouwens ook oud-Beekvlieter Marc Vijgen bestuurslid is.

De sprint…

Na Beekvliet gaat Thierry exact doen wat hij als kind al riep: geneeskunde. Hij wil hartchirurg worden en gaat daarvoor naar de Universiteit van Maastricht. Een nieuw avontuur. Het schoolhoofd dat hem ooit toebeet dat hij het “nooit zou redden op de universiteit”, kwam later Thierry’s vader tegen: propedeuse in tien maanden. BAM. Drieënhalf jaar doctoraal, toen de co-schappen en vervolgens een jaar als hartchirurg aan de operatietafel.

“Dat vond ik echt geweldig. Maar ik merkte: voor alle problemen vóór en ná de operatie, moest je de cardioloog bellen, de slimmerik. Reden om de opleiding tot cardioloog te volgen. Ik ben in 2004 bij het Meander Medisch Centrum in Amersfoort als interventiecardioloog aan de slag gegaan: een cardioloog die is gespecialiseerd in het uitvoeren van ingrepen aan het hart en de bloedvaten. Waarbij ik me ook bezighoud met dotteren, ECHO’s en pacemakers. Life’s been good to me,” zegt Thierry.

… en de marathon

François kiest een kronkelpad dat verrassend recht blijkt uit te komen. Rechten in Groningen (en later Utrecht, hij deed drie jaar over zijn propedeuse) blijkt te taai en niet zijn wereld. Wat wel past, is wijn. Samen met compagnons start hij De Wijnreiziger. Een wijnimportbedrijf dat, nog ver vóór de e-commercegolf als een soort webshop avant la lettre, via faxen bestellingen binnen ziet stromen.

Hij blikt terug: “Dat was geen stabiele basis voor het gezin dat ik wilde stichten nadat ik ‘mijn Gilène’ ontmoette. Met het oog op de toekomst koos ik voor een vaste baan als customer service (begeleiden/invoeren van klantenorders). Eerst als medewerker, later leidinggevend aan medewerkers. Ondertussen ontwikkelde ik een interesse voor de supply chain. Dus ging ik voor de logistieke sector in de customer service werken.”

François werkte zich al werkend op. En ontdekte zo zijn ware talent: het op orde krijgen van de processen van bedrijfsvoering en het opzetten van verbeterprocessen daarvoor. Inmiddels werkt hij als Global Performance Manager bij wereldspeler DSV Transport en Logistiek en zit daar helemaal op zijn plek. Een baan waarvoor hij regelmatig over de hele wereld reist.

Openhartig

De twee zitten goed in hun vel. Maar begin 2022 was dat even anders toen François een hartaanval kreeg. Hij vertelt openhartig over deze spannende periode: “Op de trap kreeg ik tintelingen in mijn rechterarm, druk op mijn borst, ik begon te zweten, werd misselijk en kortademig. Mijn vrouw belde 112, ik moest meteen met de ambulance naar het ziekenhuis. Daar ben ik gedotterd en kreeg 3 stents; later nog 4 stents erbij om de laatste zwakke plekken te versterken. Na een paar weken begon de revalidatie. Aanvankelijk was het raar om mijn lijf weer te belasten, ik had weinig vertrouwen en was onzeker. Maar voor mijn gevoel ben ik nu weer helemaal de oude. Wel 20 kilo minder François. Ik eet en drink minder, maar wat ik eet en drink is van hogere kwaliteit. Ik heb veel steun gehad van mijn gezin, familie en vrienden. Ik zie het nu als een stevige waarschuwing dat ik kwetsbaar ben. En als een kans om mezelf goed te verzorgen.”

Thierry de broer: “Het is een mythe dat tweelingen alles van elkaar aanvoelen. Ik heb nooit iets aan zien of voelen komen, ook niet toen François zijn arm had gebroken.” Thierry de cardioloog: “Ik dacht in eerste instantie dat het om een ontstoken hartzakje ging omdat we dat vaak zagen in de coronatijd. Maar nee, het was een infarct. Ik ken een cardioloog uit zijn ziekenhuis en heb hem geadviseerd om bij die man onder controle te gaan, welke vragen te stellen en welke medicatie voor te stellen. Natuurlijk heb ik van een afstand zijn herstel in de gaten gehouden. Gelukkig verliep dat volgens verwachting.”

Dromen en avonturen

Reizen maken (François), volgend jaar trouwen (Thierry): de heren hebben nog voldoende dromen en avonturen voor de boeg. Het mooiste aan dit tweeluik is misschien dit: hun verhaal gaat minder over prestaties dan over karakter. Ja, de één werd cardioloog, de ander wereldwijde verbeterman in de logistiek. Maar de onderstroom is dezelfde: vrij denken, spreken met lef, luisteren met aandacht. Beekvliet gaf ze de woorden; thuis kregen ze de scherpte; Frankrijk gaf smaak en couleur locale.

Samen waren en blijven ze een sterke twee-eenheid! We eindigen dit leuke gesprek gezamenlijk met de eerste zin van het Beekvlietlied: Béékvliet hou stroom, Beekvliet hou stroom. Tata-da-da-tata-dada.